Het Metabool Syndroom
en
de Oplossing
Wat is de oorzaak van Metabool Syndroom? Die zijn Per persoon verschillend en Daar ligt de sleutel!
De oplossing ligt bij een persoonlijk behandelplan, afgestemd op jouw bloedwaardes en medische analyse.
Ben je al insuline resistent?
Insuline is een hormoon die geproduceerd wordt om het suiker (in onze voeding) uit het bloed en in de cellen te transporteren voor energie.
Wanneer de cellen vol zitten wordt de rest opgeslagen in de lever en spierencellen. En uiteindelijk het resterende naar de vetcellen.
Als de suikerinname te hoog is en er te veel suiker wordt opgeslagen, kan buik vet de functie van de pancreascellen beïnvloeden die verantwoordelijk zijn voor de insulinesecretie. Je wordt dan ongevoelig voor insuline en er is sprake van insulineresistentie. Dit kan je merken doordat je veel trek heb in suiker, weinig energie hebt en niet of nauwelijks kan afvallen.
Samen met de voortdurende samenvoeging van vrije vetzuren door vetcellen, leidt dit tot een vergroting van de vetcellen en een vermindering van het aantal insuline receptoren. Je cellen worden ongevoelig voor de instructies van het insulinehormoon en moet meer insuline produceren voor hetzelfde effect. Dan is er sprake van insulineresistentie.
Hoe herken je insulineresistentie?
Met een bloedtest of orale glucosetolerantietest kun je uitsluiten of je insulineresistent bent. Mensen met insulineresistentie kunnen de volgende symptomen ondervinden:
- Futloosheid
- Extra vetopslag in de buikstreek
- Droge mond (veel dorst)
- Duizeligheid of desoriëntatie
- Veel trek in zoetigheid
- Veel moeite met afvallen
- Pijnlijke spieren en gewrichten
- Sombere gevoelens, snel geprikkeld, negatief zelfbeeld
- Diabetes, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, hartklachten, rugpijn, darmklachten, allergieën
- migraine, opgeblazen gevoel, gevoelige borsten of
- Acne, vette huid, haaruitval
Overmatige inname van suiker bevordert niet alleen obesitas, het risico op hart- en vaatziekten of de mogelijkheid van leververvetting of levercirrose, het verhoogt ook het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2.
Door de continu verhoogde uitscheiding van insuline zal de alvleesklier op den duur uitgeput raken, waardoor de concentratie insuline in het bloed snel zal afnemen. Dit zal leiden tot een insulineafhankelijk type 2 diabetes.
Chronisch verhoogde insuline niveaus in het bloed leiden tot de volgende pathologische veranderingen:
- Verhoogde triglyceriden en cholesterolniveaus
- Verhoging van de stresshormonen, adrenaline en cortisol, wat leidt tot een hoge bloeddruk en een verhoogde vetsynthese
- Vetopslag (lipogenesis) wordt nog verder verhoogd door de activatie van lipoproteinaselipase (LPL), die de functie heeft om vetten af te breken tot vetzuren, zodat ze, omdat ze klein genoeg zijn, door het celmembraan van vetcellen kunnen worden opgenomen
- Verhoogde insulineniveaus leiden dus onvermijdelijk tot aanzienlijke vetopslag
- Daarnaast worden door een hoog insulineniveau verschillende stappen van het bloedstollingsproces geactiveerd (hemostasis)
- Wat leidt tot het vaker voorkomen van trombose en embolie bij mensen met overgewicht.
Aan de andere kant belemmert het hoge insulineniveau de productie van bepaalde belangrijke hormonen zoals:
- Melatonine ( Dus we slapen slechter)
- DHEA (basis bouwsteen voor oestrogeen en testosteron)
- HGH (human growth hormone)
- Plus de bewegingsdrang neemt af
Deze hormonen hebben allemaal een sterk anti-ontsteking en anti-oxidatief effect, en zijn daarom erg belangrijk voor mensen met een ontstekingsziekte. DHEA is het substraat waarvan alle mannelijke en vrouwelijke seksuele hormonen worden geproduceerd. Dit is zeker de reden dat vrouwen met hormoonafwijkingen gedurende de menopauze of tijdens de maandelijkse periode verbeteringen in de symptomen rapporteren terwijl ze aan het Metabolic Balance®-programma deelnemen. Tussen de 70 en 80 procent van de vrouwen die behandeld worden met medicijnen (voornamelijk oestrogeen) gedurende de menopauze, kunnen daar geheel of gedeeltelijk mee stoppen wanneer ze het Metabolic Balance®-programma volgen.
Dit geldt ook voor het pre-menstruatie syndroom, dat vaak gepaard gaat met migraine hoofdpijn, of buikkrampen. Mannen met verlaagde testosteron niveaus na de andropauze melden een verhoogd libido wanneer zij deelnemen aan het Metabolic Balance®-programma.
Terwijl de vetopslag (lipoproteïne lipase) geactiveerd wordt door insuline in het vetcelmembraan, en zodoende leidt tot verhoogde vetopslag in de vetcellen, blokkeert insuline de vetafbraak (lipoproteïne lipase) in het spiermembraan, waardoor minder vet de spiercellen bereikt, waar het verbrand zou kunnen worden. Hoge insulineniveaus leiden dus tot zowel verhoogde vetopslag als en verlaagde vetverbranding.
Het is echter niet alleen maar kommer en kwel Het goede nieuws is namelijk dat je dit en daarnaast ook je spijsvertering kunt controleren met behulp van je dieet / voeding en je levensstijl.
Het eten van de juiste voeding – zal je insuline gevoeligheid weer oppeppen, je insulineresistentie omkeren, en ook je vetverbrandingsmechanisme weer herstellen.
Met het eten van goede, echte en simpele voeding ga je niet alleen vet verbranden – je gaat ook langer leven! Ik ga je laten zien hoe.
Zie ik je morgen weer?
Een van de meest bekende welvaartsziektes is Metabool Syndroom ook wel syndroom X genoemd.
Dit is een aandoening waarbij er een verstoring is in de verdeling tussen energieverbruik en opname. Dit probleem ontstaat in de stofwisseling oftewel metabool systeem.
Metabool syndroom kan ontstaan wanneer er te lange tijd een te grote disbalans is tussen wat het lichaam nodig heeft en aangeboden krijgt. Bij Metabool syndroom is altijd sprake van insulineresistentie en hyperinsulinemie, in combinatie met twee of meerdere van de volgende symptomen: Overgewicht en dan vooral buikvet, afwijkingen in triglyceridenwaardes (bloedvetten), een gestoorde glucosetolerantie en vaak ook hypertensie (hoge bloeddruk).
De WHO heeft de volgende criteria vastgesteld: nuchtere glucoce >6.1 mmol/L én tenminste twee van de volgende criteria: BMI > 30kg/m2, Triglyceriden > 1,7 mmol/L en HDL <0,9 mmol/l en Bloeddruk: 140/90 mm Hg of bloeddrukmedicatie.
Wanneer weet je nou of er sprake is van Metabool syndroom?
Allereerst is er een duidelijk energie probleem: wanneer je Metabool syndroom hebt ben je altijd moe, heb je vaak een duf gevoel in het hoofd en ook overdag slaperig. Deze symptomen zijn het ergst na de maaltijd. Daarnaast hebben mensen met het Metabool syndroom vaak problemen met het zenuwstelsel. Waardoor je slecht kan concentreren, heb je geheugenproblemen en kan je slecht onder druk presteren.
Ook zijn er vaak problemen met het eetgedrag. Behoefte aan zoetigheid of koffie tussen de maaltijden door. Kan je geen maaltijd overslaan, en wanneer dit wel gebeurt, kan je hier fysiek last van krijgen. Dit uit zich onder andere door trillen (beven) van de handen, een gevoel van duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd. Soms is er ook sprake van coördinatie problemen, last van buitensporige transpiratie en het hebben van veel dorst en veel moeten plassen.
Insuline resistentie
Glucose is een monosacharide die de biologische benzine is voor ons lichaam. Glucose wordt voornamelijk door de afbraak van koolhydraten geproduceerd. De glucose wordt verbrand om cellen van energie (ATP) te voorzien. Het hormoon insuline helpt bij transport van glucose uit het bloed naar de cellen. Insuline haakt aan op de receptor op de celwand hierdoor kan de glucose worden opgenomen in de cel. Een deel van de glucose zal direct in de cel worden gebruikt voor energieproductie. Het teveel wordt in de lever omgezet in glycogeen.
Er is ongeveer genoeg voorraad glycogeen in de lever dat het lichaam kan voorzien in energie voor 1 – 4 uur met inspanning en 14 – 20 uur zonder inspanning. Wanneer de glycogeendepots vol zijn wordt glucose omgezet in vetweefsel en een deel als vet in de lever.
Wanneer het bloedsuikergehalte weer daalt komt glucagon in actie. Onder invloed van glucagon wordt in de lever glycogeen weer in glucose omgezet. De vrijgekomen glucose kan dan in het bloed worden opgenomen, zodat de bloedsuikerspiegel op peil blijft. Glucagon fungeert dus als de antagonist van insuline. Samen zorgen deze twee hormonen voor handhaving van de bloedsuikerspiegel op het gewenste niveau.
De normale werking is dus als volgt: wanneer de glucose op is beginnen de cellen te protesteren. De hormonale knop wordt aangezet in de cellen en je krijgt honger. Glycogeen wordt met behulp van glucagon omgezet in glucose en dit levert de eerste energie op. Daarna wordt door te gaan eten de glucose weer aangevuld.
Wanneer het voedingspatroon echter te veel snelle koolhydraten bevat kunnen er een aantal problemen ontstaan, in de eerste instantie zal er hyperglycemie ontstaan. Dit zijn abnormaal verhoogde insuline waarden in het lichaam. Dit heeft als gevolg dat het aantal insulinereceptoren zal dalen of ze zullen in ieder geval minder gevoelig zijn. Wanneer een hormoon gedurende een te lange tijd te veel produceert, zal het de receptoren doen afnemen of minder gevoelig maken. Dit wordt resistentie genoemd, in dit geval insulineresistentie.
Doordat er minder insulinereceptoren zijn worden de pieken in de bloedsuiker steeds hoger en lager. Wanneer de bloedsuiker te laag is spreek men van hypoglycemie. De gevolgen hiervan zijn trillen, transpireren, meteen iets moeten eten, trek in zoetigheid en dorst.
Gevolgen Insulineresistentie
De hoeveelheid insuline in het bloed blijft te hoog. In de vet cellen bevinden zich meer insuline receptoren dan in de spiercellen, dus er blijft meer vet in de cellen.
Eén van de voornaamste taken van insuline is het lichaam in staat stellen om vet op te slaan. Dit heeft een epigenetisch voordeel in dat het lichaam in staat is calorieën als vetreserves op te slaan in tijden van overvloed. Wanneer er schaarste was kon het lichaam op deze vetreserves teren. Met de huidige overvloed heeft het weinig nut om dit nog steeds te doen. Toch zijn onze genen zo geprogrammeerd dat ze dit nog steeds doen.
Vet heeft als grote nadeel dat het veel ontstekingsbevorderende stoffen afgeeft met als gevolg dat er meer ontstekingen kunnen ontstaan. Veel van de huidige welvaartsziektes zijn ontstekingsziektes. Een hoog insulinegehalte kan zo een oorzaak zijn van het ontstaan van hormonale problemen.
Een ander gevolg van het verminderen van het aantal receptoren is dat de glucosespiegels te hoog blijven. Eén van de gevolgen van hoge bloedsuikerspiegels vin het ontstaan van AGE’s. Deze ontstaan door reacties van glucose met eiwitten. Hierdoor ontstaan namelijk vrije radicalen die het weefsel beschadigen. AGE’s zijn zichtbare huidveranderingen zoals bijvoorbeeld bruine vlekken op de huis en rimpels. De stijging van bloedsuikers zorgt ook voor een afname van de neurotransmitters omdat de vitamines en mineralen die nodig zijn voor de omzetting door de glucose wordt geroofd.
De koolhydraatstofwisseling heeft 5 hormonen om de bloedsuiker te verhogen: Cortisol, Adrenaline, Noradrenaline, Glucagon en het HGH (groei) hormoon. Daartegenover staat 1 hormoon on deze waarde te verlagen namelijk insuline.